Afgelopen zaterdag zat ik op Het Festival van Talent bij een lezing over omgaan met autonome kinderen. De spreekster vindt de autonomie van een persoon het hoogste goed en predikt dit vooral te stimuleren in de begeleiding van kinderen naar volwassenheid.
Voor een deel kan ik meegaan in dit gedachtegoed. Het is fantastisch als je een kind stimuleert zelf een smaak te ontwikkelen door het zijn eigen kleren uit te laten kiezen. En waarom zou een kind niet zelf mogen bepalen of het zijn jas aandoet als het naar buiten gaat? Laat maar ervaren of het te koud is of niet.
Autonome controle
De grenzen die in de lezing werden voorgesteld in het vrijlaten van het kind, lagen bij veiligheid en gezondheid. Je moet dus wel ingrijpen als een kind de straat wil oversteken als er verkeer aankomt. En je mag daarom ook eisen van een kind dat het eet… hmmm…. Daar ging mijn ene wenkbrauw omhoog. Eten moet? Als een kind niet wil eten, zit daar meestal een totaal andere oorzaak achter. Juist die gebieden waar het kind echte autonome controle over heeft (wat gaat er in, wat komt er uit en wanneer slaapt het), worden nogal eens ingezet als protestmiddel.
En toen kwam de vraag over opruimen. Een kind zal vanzelf gaan opruimen als het daar de behoefte toe voelt. Tot die tijd kun je het onbevooroordeeld wijzen op consequenties van niet opruimen (dingen raken zoek bijvoorbeeld), maar moet je het maar lekker z’n gang laten gaan. De wens dat het kind opruimt, gaat namelijk over jouw oordelen als opvoeder en niet over het belang van het kind. Bij het protest dat de woonkamer ook gemeenschappelijk leefgebied is, werd gesuggereerd met een schep een gangetje te maken in de puinhoop zodat er voldoende ruimte was om je te bewegen…. Mijn wenkbrauwen schoten even beiden omhoog, om snel weer te zakken: ik ben afgehaakt.
Autonoom maakt asociaal
Toch resoneert het idee van autonome kinderen wel bij me. Maar waar gaat het dan toch mis in die gedachtegang? Toevallig las ik
net iets over veranderende waarden in onze westerse maatschappij. Hoe we van een egocentrische, hedonistische cultuur naar een samenleving van delen en mededogen veranderen. En ineens viel het
kwartje bij me. Autonomie als hoogste waarde bijbrengen in de opvoeding, maakt kinderen tot asociale, onaangepaste volwassenen. Natuurlijk hebben ze rekening te houden met mij als medebewoner in
de troep die ze maken. Natuurlijk mag ik ze wijzen op hun belang en verantwoordelijkheid, maar meer nog mag ik ze normen en waarden bijbrengen die maken dat ze prettige mensen worden in de
omgang.
Bovendien denk ik dat je als ouder ook de taak hebt om kinderen echt te begeleiden in een leerproces. Opruimen is bijvoorbeeld best moeilijk. Aanleren dat je meteen iets opruimt als je er klaar mee bent, is één ding. Maar na verloop van tijd orde scheppen in chaos omdat je hoofd daardoor meer rust ervaart en je letterlijk meer ruimte krijgt, is echt lastig om onder de knie te krijgen. Vanuit zijn autonomie zal een kind daar weinig behoefte toe voelen, maar in de praktijk zal het opgelucht zijn als het deze vaardigheid wel mee krijgt van huis uit.
Voor mij is autonomie geen sleutelwoord meer. Ik hoop vooral dat kinderen authentiek blijven.
Reactie schrijven